Papiergebruik begrijpen
Dit apparaat ondersteunt verschillende soorten papier en afdrukmaterialen. Papier of afdrukmateriaal
dat niet aan de volgende richtlijnen voldoet, kan een slechte afdrukkwaliteit, meer papierstoringen en
vroegtijdige slijtage van het apparaat tot gevolg hebben.
Het is mogelijk dat papier aan al deze richtlijnen voldoet en u toch niet tevreden bent over de
afdrukkwaliteit. Dit kan een gevolg zijn van het onjuist gebruik van het materiaal, een onaanvaardbaar
temperatuur- en/of vochtigheidsniveau of van andere omstandigheden waarop Hewlett-Packard geen
invloed heeft.
VOORZICHTIG:
Het gebruik van papier of afdrukmateriaal dat niet voldoet aan de specificaties van
Hewlett-Packard kan problemen met het product veroorzaken waardoor reparatie noodzakelijk is. Deze
reparatie valt niet onder de garantie- of serviceovereenkomsten van Hewlett-Packard.
●
Gebruik voor de beste resultaten alleen papier en afdrukmateriaal van HP dat is ontworpen voor
laserprinters of multifunctioneel gebruik.
●
Gebruik geen papier of afdrukmateriaal dat is gemaakt voor inkjetprinters.
VOORZICHTIG:
HP LaserJet-producten gebruiken een fuser om droge tonerdeeltjes in zeer
precieze puntjes op het papier te fixeren. HP-laserpapier is bestand tegen deze extreme hitte. Het
gebruik van inkjetpapier kan het apparaat beschadigen.
●
Hewlett-Packard Company kan geen aanbevelingen doen voor het gebruik van andere merken
afdrukmateriaal omdat HP geen invloed heeft op de kwaliteit hiervan.
Volg deze richtlijnen voor een optimaal resultaat wanneer u speciaal papier of afdrukmateriaal
gebruikt. Stel het papiertype en -formaat in de printerdriver in voor het beste resultaat.
Materiaalsoort
Doen
Niet doen
Enveloppen
●
Bewaar de enveloppen plat.
●
Zorg dat de naden helemaal
doorlopen tot de hoek van de
envelop.
●
Gebruik enveloppen met een
plakstrip die zijn goedgekeurd
voor gebruik in laserprinters.
●
Gebruik geen enveloppen die
gekreukeld, ingekeept, aan elkaar
kleven of anderszins beschadigd
zijn.
●
Gebruik geen enveloppen met
klemmen, binddraad, vensters of
met reliëfopdruk.
●
Gebruik geen zelfklevende
middelen of andere synthetische
materialen.
Etiketten
●
Gebruik alleen etiketbladen
waarvan het beschermblad niet
zichtbaar is tussen de etiketten.
●
Gebruik etiketten die plat liggen.
●
Gebruik alleen volle vellen
etiketten.
●
Gebruik geen etiketten met kreukels
of luchtbellen of die zijn
beschadigd.
●
Druk geen vellen etiketten die niet
volledig zijn.
54
Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal
NLWW
Materiaalsoort
Doen
Niet doen
Transparanten
●
Gebruik uitsluitend transparanten
die zijn goedgekeurd voor gebruik
in kleurenlaserprinters.
●
Leg de transparanten op een glad
oppervlak nadat u ze uit het
product heeft verwijderd.
●
Gebruik geen transparant
afdrukmateriaal dat niet is
goedgekeurd voor laserprinters.
Briefpapier of voorbedrukte formulieren
●
Gebruik alleen briefpapier of
voorbedrukte formulieren die zijn
goedgekeurd voor gebruik in
laserprinters.
●
Gebruik geen briefpapier met reliëf
of metaalachtig briefpapier.
Zwaar papier
●
Gebruik alleen zwaar papier dat is
goedgekeurd voor gebruik in
laserprinters en voldoet aan de
gewichtspecificaties voor dit
product.
●
Gebruik geen papier dat zwaarder
is dan de aanbevolen specificaties
voor afdrukmateriaal voor dit
product, tenzij het HP-papier is dat
is goedgekeurd voor gebruik in dit
product.
Glanzend papier of papier met een
coating
●
Gebruik alleen glanzend papier of
papier met een coating dat is
goedgekeurd voor gebruik in
laserprinters.
●
Gebruik geen glanzend papier of
papier met een coating dat is
bestemd voor gebruik in
inkjetproducten.
De printerdriver aanpassen aan de papiersoort en
het papierformaat in Windows
1.
Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2.
Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
3.
Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4.
Selecteer een papierformaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat.
5.
Selecteer een papiersoort in de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
6.
Klik op de knop OK.
NLWW