Controlelijst draadloze verbinding
●
Het apparaat en de draadloze router zijn ingeschakeld en de stroomtoevoer functioneert.
Controleer ook of de draadloze zender van het apparaat is ingeschakeld.
●
De naam van het draadloze netwerk (SSID) is juist. Druk de configuratiepagina af om de naam
van het draadloze netwerk (SSID) te bepalen. Voer de draadloze installatie opnieuw uit als u niet
zeker weet of de naam van het draadloze netwerk (SSID) juist is.
●
Bij beveiligde netwerken controleert u of de beveiligingsinformatie juist is. Voer de draadloze
installatie opnieuw uit als de beveiligingsinformatie niet juist is.
●
Probeer toegang te krijgen tot andere computers op het draadloos netwerk als het draadloos
netwerk niet goed functioneert. Probeer verbinding te maken met internet via een draadloze
verbinding als het netwerk toegang heeft tot internet.
●
De coderingsmethode (AES of TKIP) voor het apparaat is hetzelfde als die voor het draadloos
toegangspunt (op netwerken met WPA-beveiliging).
●
Het apparaat is binnen het bereik van het draadloos netwerk. Bij de meeste netwerken dient het
apparaat zich binnen 30 m van het draadloos toegangspunt (draadloze router) te bevinden.
●
Het draadloos signaal wordt niet geblokkeerd door obstakels. Verwijder grote metalen objecten
tussen het toegangspunt en het apparaat. Controleer of er geen pilaren, muren of draagbalken
van metaal of beton tussen het apparaat en het draadloos toegangspunt staan.
●
Het apparaat staat niet bij elektronische apparaten die het draadloos signaal storen. Apparaten
die het draadloos signaal kunnen storen, zijn onder andere motoren, draadloze telefoons,
beveiligingscamera's, andere draadloze netwerken en bepaalde Bluetooth-apparaten.
176
Hoofdstuk 11 Problemen oplossen
NLWW
●
De printerdriver is geïnstalleerd op de computer.
●
U hebt de juiste printerpoort geselecteerd.
●
De computer en het apparaat zijn aangesloten op hetzelfde draadloos netwerk.